De AED is een Automatische Externe Defibrillator en wordt ingezet bij mensen die een hartstilstand krijgen. Het is een apparaat die stroomschokken geeft en die het mogelijk maakt om het ritme van het hart weer op orde te krijgen. Je vindt deze apparaten dan ook op steeds meer plekken in Nederland, ook op openbare plekken. Bij een hartstilstand zijn de eerste zes minuten namelijk het belangrijkst om in te handelen. Vaak is het bij een hartstilstand dat het hart niet echt stopt met werken, maar het hart beweegt op een ongecontroleerde manier. Dit noemen we ook wel een ritmestoornis. De AED kan door middel van de stroomschokken het hart weer resetten en ervoor zorgen dat het weer een normaal ritme krijgt. In feite kan iedereen een AED gebruiken, maar het is wel handig dat je weet hoe je dat moet doen.
AED gebruiken
In 2002 heeft de minister van Volksgezondheid gezegd dat iedereen de AED mag gebruiken om een slachtoffer te helpen. Dit komt omdat het zo belangrijk is om meteen te handelen als iemand een hartstilstand krijgt. Ondanks dat je het mag gebruiken, sta je er redelijk machteloos bij als je niet weet hoe je het apparaat moet gebruiken. Tijdens een EHBO cursus leer je precies hoe je om moet g aan met een AED. We zullen het hieronder ook proberen uit te leggen. Het is niet heel moeilijk om de AED te gebruiken. Het apparaat beschikt over twee elektroden. Deze elektroden plak je op de ontblote borstkas van het slachtoffer. Het apparaat registreert het ritme van het hart. De AED treedt verder op als hulpverlener. Hij vertelt jou namelijk precies wat je moet doen. Je moet óf doorgaan met de reanimatie óf je moet een elektrische schok toedienen. Het apparaat geeft enkel een schok als dat nodig is. Je kunt het dus nooit uit proberen bij iemand waarvan het hart in een normaal ritme klopt. Daarnaast is de AED niet altijd te gebruiken. Dit kan alleen bij mensen die last hebben van kamerfibrilleren. Dan is er dus sprake van een onregelmatig hartritme. Bij een hartstilstand waarbij het hart echt even stil staat is alleen reanimeren mogelijk. De kans op overleving is dan ook een stuk kleiner.
Zes minutenfase
Zoals hierboven al een keer aangegeven is, zijn de eerste zes minuten van levensbelang. Dit wordt ook wel de zes minutenfase of de zes minutenzone genoemd. Het moet dus mogelijk zijn om binnen zes minuten aan een AED apparaat te komen en om de handelingen uit te voeren. Wanneer je het alarmnummer belt, worden er ook burgerhulpverleners opgeroepen die kunnen reanimeren. Dit zijn de burgerhulpverleners die het dichts in die buurt wonen. Zodra jij 112 belt, stuurt de centrale een bericht naar de vrijwilligers die in de omgeving wonen. In dit berichtje staat het verzoek om direct naar het slachtoffer te gaan. Er is ook een groep die eerst de opdracht krijgt om een AED te halen of hij of zij krijgt de pincode van een AED-kast. Op deze manier proberen ze dat er altijd iemand is die op tijd kan handelen.